home *** CD-ROM | disk | FTP | other *** search
/ Amiga Magazin: Amiga-CD 1998 February / Amiga-CD 1998 #2.iso / geografie / amigaworld / nederlands / aw.cont next >
Text File  |  1996-11-05  |  62KB  |  187 lines

  1. AW-Continents
  2.  
  3.  
  4. 0
  5. Disclaimer
  6.  
  7. This file is part of the AmigaWorld software package which is
  8. © 1993-96 by Wolfgang Lug. It is prohibited by law to include 
  9. this file in whole or parts in any other software products.  
  10. This file may be spread seperately for read-only-use as long 
  11. as this disclaimer is not removed.
  12. @
  13.  
  14.  
  15. A
  16. De aarde
  17.  
  18. Laten we beginnen met een paar |Bgetallen|N: De planeet waarop we leven is, vanaf de zon gerekend, de derde planeet van het zonnestelsel. De gemiddelde afstand tot de zon bedraagt ongeveer 150 miljoen kilometer. De buitenste planeet - Pluto - staat 40 keer zo ver weg! Slechts de in verhouding korte afstand tot de zon heeft het leven op onze planeet mogelijk gemaakt. De gemiddelde temperatuur op aarde is ongeveer 22°C, op Pluto tot -230°C, en op Mercurius en Venus zijn waarden van meer dan 400°C gevonden.
  19. De omtrek van de aarde is ongeveer 40000 km, wat resulteert in een |Boppervlakte|N van meer dan 510 miljoen vierkante kilometer, waarvan 70% bedekt is met water. De grootste oceaan is de Grote Oceaan of Pacifische Oceaan met een oppervlakte van 166 miljoen km²; meer dan de totale landoppervlakte! De Atlantische Oceaan is ongeveer half zo groot, en de Indische Oceaan is nog kleiner. Het grootste vasteland is Eurazië met een oppervlakte van 55 miljoen km², gevolgd door Afrika, Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Antarctica en Australië.
  20. Met slechts één maan komt de aarde er karig af: de geringde planeet Saturnus heeft er bijvoorbeeld 17.
  21. De aarde is verdeeld in een aantal sterk verschillende |Bklimaatzones|N: de tropen, de subtropen, de gematigde zone en de poolstreken.
  22. De vochtige |Itropen|N bevinden zich aan beide zijden van de evenaar, tussen de noordelijke- en de zuidelijke keerkring (op de kaart te zien als stippellijnen). Het verschil in daglengte tussen de zomer en de winter is hier minder dan drie uur, met als gevolg dat de temperatuur het gehele jaar door ongeveer hetzelfde is. Op de evenaar bedraagt zij op zeeniveau oneveer 30°C. Het enige verschil tussen de seizoenen is een grotere neerslag in de zomer. Tropische gebieden zijn Brazilië, Centraal Afrika en Indonesië.
  23. De |Isubtropen|N met hun woestijngordels zijn verder van de evenaar verwijderd, het verschil in daglengte tussen zomer en winter loopt op tot zeven uur. Hierdoor vinden we grotere temperatuursverschillen gedurende het jaar. De gemiddelde temperatuur op zeeniveau is ongeveer 20°C. Subtropische gebieden zijn Californië, Florida, de Middellandse Zee landen, China, Zuid-Afrikaen het zuiden van Australië.
  24. De |IGematigde zones|N omvatten het zuiden van Canada, Centraal Europa, grote delen van Rusland, het zuiden van Zuid-Amerika en Nieuw-Zeeland. Ze zijn verdeeld in warme en koude gebieden. Het temperatuursverschil tussen deze gebieden is groot: de waarden variëren van tussen 0 en 25°C in Centraal Europa tot tussen -20 en 30°C in midden Azië. De hoeveelheid neerslag vertoont soortgelijke verschillen. De gematigde zones worden begrensd door de poolcirkels (stippellijnen).
  25. Binnen de poolcirkels vinden we de poolstreken, waar het verschil in daglengte 24 uur is, d.w.z. de zon schijnt niet in de winter, maar de hele dag in de zomer. De temperatuur is meestal beneden het vriespunt, neerslag (sneeuw) komt maar sporadisch voor.
  26. Net zo vershillend als het klimaat zijn de |Bflora en fauna|N in de verschillende streken van onze planeet. Zie de beschrijving van de kontinenten voor meer details.
  27. De aarde wordt bevolkt door ongeveer 5.5 miljard mensen. Deze |Bbevolking|N is zeer onregelmatig verdeeld: er zijn zeer dicht bevolkte gebieden in het oosten van China, Japan, Java, langs de rivieren de Gangus (India, Bangla Desh) en de Nijl (Egypte) en in enkele delen van Europa. Aan de andere kant zijn er vrijwel onbevolkte gebieden als Australië en Centraal Azië. De mensheid is verdeeld in verschillende rassen, heeft honderden talen geproduceerd en hangt veel verschillende godsdiensten aan. Zie de beschrijving van de kontinenten voor details.
  28. De huidige wetenschap beschouwt de Australopiticus uit zuid- en oost Afrika als onze eerste mensachtige voorouders, en ook de eerste door mensen vervaardigde gereedschappen werden in deze gebieden gevonden. Maar de |Bgeschiedenis|N van de mensheid begint pas bij de antieke beschavingen in het Midden-Oosten (-> Azië, Egypte), China, India, Centraal- en Zuid-Amerika.
  29. @
  30.  
  31. B
  32. Europa
  33.  
  34. De Assyriërs noemden het land van de zonsopgang "Aszu" en het land van de zonsondergang "Erep". De Phoeniciërs namen deze woorden over als "Azië" en "Europa".
  35. Op de wereldkaart lijkt Europa niet meer te zijn dan een groot schiereiland van Azië. Maar door de vele culturele en historische verschillen is het toch zinvol om een onderscheid te maken. De |Bgrens|N met Azië ziet er als volgt uit: Oeral (bergen) - Oeral (rivier) - Kaspische Zee - noordelijke Kaukasus - Zwarte Zee - Bosporus - Zee van Marmara - Dardanellen. Van hieruit vormt de Middellandse Zee een scheiding met Afrika.
  36. Opvallend is de in verhouding sterk gelede |Bstruktuur|N van Europa, door nevenzeeën van de Atlantische Oceaan, en eilanden en schiereilanden die een derde deel van het oppervlak van Europa uitmaken. We komen er alle mogelijke kustvormen tegen: alluvische afzettingen bij sommige riviermondingen, fjorden en rotskusten in Scandinavië en de unieke Waddenzee in het zuiden van de Noordzee, die bij hoog water onder water staat en bij laag water goeddeels droog valt.
  37. De |Bomvang|N van Europa is meer dan 4000 km van noord naar zuid, en meer dan 4300 km van west naar oost. Ondanks de kleine |Boppervlakte|N van 10.4 miljoen km² - het is het op één na kleinste kontinent - vinden we vele verschillende typen |Blandschap|N in Europa. Het zuiden bestaat uit een gordel van hooggebergten, zoals de Pyreneeën, de Alpen (met de hoogste berg van Europa, de Mont Blanc, 4807 m), de Karpaten en de schiereilanden in de Middellandse Zee. Naar het noorden toe vinden we een gordel van middelgebergten, daarna een grote gordel van laaglanden die van noord-Frankrijk tot aan de Oeral loopt; het oosten van Europa is een uitgestrekt laagland met grote rivieren. Scandinavië wordt gevormd door een bergketen die doorloopt tot in Groot-Brittanië. IJsland bezit een zeer uitzonderlijk landschap, met veel vulkanen en met sneeuw en ijs bedekte bergen. Er zijn veel bevaarbare rivieren in Europa, die van groot belang zijn voor het vervoer: de rijn is de drukst bevaren rivier ter wereld.
  38. |BKlimaat|N: Europa ligt tussen 35° en 71° noorderbreedte, dus bijna geheel in de gematigde zone. Alleen een paar Middellandse Zee landen liggen in de subtropen, met hete droge zomers en natte winters. Het klimaat van west en centraal Europa wordt positief beïnvloed door de warme Golfstroom en is maritiem van aard (zeeklimaat), dus mild en vochtig. In het oosten van Europa heerst een landklimaat: hoe verder verwijderd van kust, hoe groter het kontrast is tussen de hete droge zomers en de koude winters met zware sneeuwval. Het uiterste noorden van het kontinent ligt in de poolstreken.
  39. De |Bflora en fuana|N zijn sterk gekoppeld aan de klimaatzones. In het uiterste noorden vinden we toendra en een aantal pooldieren (bijv. het rendier). Naar het zuiden volgt een grote gordel van bos- en agrarisch land. Veel diersoorten (zoals de beer, wolf, vos, bever en het hert) zijn hier vrijwel verdwenen. In de Middellandse Zee landen vinden we groenblijvende bossen en veel weideland. Er leven hier een aantal subtropische dieren (bijv. de jakhals). Het zuiden van oost-Europa bestond vroeger uit steppe, tegenwoordig vinden we er bouwland.
  40. Met 700 miljoen |Binwoners|N is Europa dicht bevolkt. De bevolking is zeer onregelmatig verdeeld. De bevolkingsdichtheid in noord- en oost-Europa is erg klein, terwijl er meer dan 500 mensen per km² wonen in gebieden als het Roergebied, midden-Engeland, Lombardije (Italië), de Randstad en noordwest Vlaanderen. De grootste steden zijn Moskou (9 miljoen inwoners), Parijs (9 miljoen, inclusief voorsteden), Londen (7 mijoen) en Istanboel (6.5 miljoen) dat aan beide zijden van de Bosporus ligt, dus half in Europa en half in Azië.
  41. De |Bbevolking|N van Europa is bijna geheel kaukasisch. Er worden ongeveer 70 Indo-Europese talen gesproken, waarvan Russisch en Duits de belangrijkste zijn. Vrijwel alle Europeanen die een godsdienst hebben zijn christenen. We vinden protestanten in het noorden, orthodoxen in het oosten en rooms-katholieken en het zuiden.
  42. De ontwikkeling van de Europese |Beconomie|N werd vroeger gestimuleerd door ertsvoorraden zoals die van ijzer en kolen. Tegenwoordig moet West-Europa veel mineralen en landbouwprodukten importeren, ondanks de intensieve landbouw. De belangrijkste produkten van de Europese agrarische sector zijn tarwe, aardapples, zonnebloemen, suiker en vlees. De landen van de Middellandse Zee produceren meer dan 50% van de wereldwijd geproduceerde wijn, en meer dan 70% van de olijven. De economie van Oost-Europa wordt gedomineerd door de produktie-industrie, die van West-Europa meer en meer door handel en de dienstverlenende sector, het enige agrarische land is Albanië. De voornaamste exportprodukten van de Europese Unie zijn machines, auto's, chemicaliën en elektronica.
  43. De |Bgeschiedenis|N van Europa begint rond de Middelllandse Zee. De aangrenzende europese landen vormden een culturele eenheid met zuidoost Azië en het noorden van Afrika, terwijl de rest van Europa nog in de prehistorie verkeerde. De eerste europese beschaving had haar begin op het eiland Kreta, en werd voortgezet door de |IGrieken|N op het vasteland. Zij creëerden de eerste europese architectuur, vele verschillende filosofische scholen en vonden democratische strukturen uit. Het waren ook de Grieken die de opmars van de Perzen naar Europa tegenhielden, en daardoor de mogelijkheid voor een onafhankelijke europese ontwikkeling open hielden. Vandaag de dag vormt hun hellenistische cultuur nog steeds de basis van de westerse cultuur en het westerse gedachtengoed.
  44. Het |IRomeinse Rijk|N (-> Italië) werd de grootste macht na zijn zege op het noordafrikaanse Carthago, en veroverde in snel tempo alle landen rond de Middellandse Zee, Galië (Frankrijk) en delen van Duitsland en Groot-Britannië. Het Rijk werd geregeerd door een senaat en twee consuls, en sinds 31 v.C. door een "imperator", waarvan de eerste Julius Cæsar was. In de derde eeuw n.C. begonnen germaanse stammen het Rijk binnen te vallen. In de vierde eeuw werd het christendom de officiële godsdienst en werd Constantinopel (Istanboel) de nieuwe hoofdstad. De germaanse Goten plunderden Rome in 410, waarna alleen het Oostromeinse Rijk overleefde en het Westromeinse Rijk werd opgedeeld tussen verschillende germaanse koninkrijken. De belangrijkste hiervan was het Frankische Rijk, dat de nomadische Hunnen, die uit centraal Azië kwamen opzetten, versloeg in 451.
  45. Hierna begonnen de |Imiddeleeuwen|N in Europa, terwijl de islam zich in zuidwest Azië en noord Afrika verspreidde. De scheiding tussen de occident en de oriënt maakte een einde aan de culturele eenheid van de landen rond de Middelandse Zee.
  46. Europa ontwikkelde een eigen, door de rooms-katholieke kerk gedomineerde identiteit, waarin de tegenstellingen tussen de paus en de Frankische keizer een grote rol speelden. Tijdens de middeleeuwen ontwikkelden zich nationale verschillen. Engeland en Frankrijk werden grote naties, terwijl Duitsland en Italië uiteenvielen in veel en kleine onafhankelijke landen. De mideleeuwen eindigden rond 1500 toen de feodale structuur werd vervangen door vorstendommen die werden gedomineerd door één persoon: de monarch.
  47. Ook werd rond deze tijd Amerika ontdekt, en werd door mensen als Martin Luther geprobeerd de kerk te reformeren (|Ireformatie|N), wat uiteindelijk leidde tot een antal godsdienstoorlogen. De suprematie van de europese machten op zee leidde tot een europeanisering en verchristelijking van bijne de gehele wereld. West Europa richtte haar aandacht meer en meer op landen overzee, terwijl Rusland begon met de verovering van noordelijk Azië.
  48. De macht van koningen en prinsen werd groter en groter, zodat we aan het eind van de lijn spreken van absolutisme. In 1776 verklaarden dertien amerikaanse koloniën zich onafhankelijk van Engeland en vormden een republiek die een model werd voor de europese democraten. De |BFranse revolutie|N (1789-99) was de eerste poging om een echte democratie te stichten op europese bodem, maar de poging mislukte door de wreedheid van de bestuurders en de tegenwerking door de rest van Europa.  De Franse "eerste republiek" werd opgevolgd door het keizerrijk van Napoleon, dat in bijna geheel Europa oorlog bracht. Na de uiteindelijke nederlaag van Napoleon in 1815 probeerden de europese monarchen de oude structuur te herstellen tijdens het congres van Wenen, maar deze poging lukte niet helemaal. De meeste staten kregen weer hun oude grenzen, maar in de bevolking leefden de ideeën van democratie, grondwet en gelijkheid.
  49. In de |I18° eeuw|N werd Europa in snel tempo geïndustrialiseerd. Vanuit het kool-district in midden Engeland verspreidde de mechanische produktie zich uit over geheel west- en centraal Europa. De plattelandsbevolking begon naar de steden te migreren, die daardoor sterk groeiden. De industrialisatie leidde ook tot de eenwording van Duitsland en Italië.
  50. De |I20° eeuw|N werd overschaduwd door twee wereldoorlogen. Na de eerste wereldoorlog viel Oostenrijk-Hongarije uit elkaar, verloren Duitsland en vooral Rusland grote gebieden, ruilden een aantal staten hun monarchie in voor een republiek en ontstonden een aantal nieuwe staten zoals Polen, Tsjechoslowakije, Finland en de Baltische staten. In Rusland werd in 1917 door Lenin de Unie van Socialistische Sovjet Republieken uitgeroepen, de eerste poging om het communisme in praktijk te brengen en bestuur in handen van arbeiders en boeren te brengen.
  51. Tijdens de Grote Depressie werden in Europa een aantal fascistische dictaturen gevestigd, in Duitsland in 1933. Hitlers terreurbewind begon de tweede wereldoorlog in 1939. Van alle oorlogen in de geschiedenis heeft deze oorlog de meeste doden gekost. Bijna 25 miljoen soldaten sneuvelden, 6 miljoen joden werden door de nazi's vermoord en 24 miljoen burgers verloren hun leven door bombardementen, honger en andere gevolgen van de oorlog.
  52. Duitsland verloor de oorlog en werd opgedeeld in twee staten, de BRD en de DDR. De vroegere wereldmachten Frankrijk en Groot-Britannië boetten veel aan belangrijkheid in, en door de naoorlogse dekolonisatie-politiek verkregen de meeste overzeese koloniën hun onafhankelijkheid. De USA en de USSR bleven over als enige supermachten. In West-Europa, dat werd gedomineerd door de USA werd gewerkt naar samenwerking, en zelfs eenwording (-> Europese Unie).
  53. Oost-Europa bestond uit de Sovjet-Unie (USSR) en haar satelliet-staten. Aan het eind van de jaren tachtig begon dit blok uit elkaar te vallen, wat resulteerde in de installatie van democratisch gekozen regeringen in de voormalige satelliet-landen, de hereniging van Duitsland in 1990 en in het uiteenvallen van de USSR in 15 onafhankelijke republieken, die een zeer losse unie vormden (-> GOS).
  54. In het voormalige Joegoslavië begon na het overlijden van Tito de spanning tussen de verschillende bevolkingsgroepen steeds verder op te lopen. Na het einde van de koude oorlog resulteerde dit in de afsplitsing van Slovenië, Kroatië, Bosnië en Macedonië. In Kroatië en vooral in Bosnië ontstonden hierdoor burgeroorlogen.
  55. @
  56.  
  57. C
  58. Afrika
  59.  
  60. Afrika dankt zijn naam aan de Romeinen. De Romeinen kenden alleen het noordelijke gedeelte van Afrika, en zij noemden het werelddeel naar een Berberstam, de Afri, die hier woondde.
  61. Afrika ligt tussen de Atlantische- en de Indische Oceaan. De |Bafbakening|N van Afrika is erg eenvoudig: het kontinent wordt van Europa gescheiden door de Straat van Gibraltar en de Middellandse Zee en van Azië door het Suez-kanaal en de Rode Zee. Het Egyptische schiereiland Sinaï ligt dus al in Azië.
  62. De |Bomvang|N van Afrika bedraagt van noord (Kaap Blanche) naar zuid (Kaap de Goede Hoop) 7900 km, van west (Kaap Verde) naar oost (Ras Hafun) 7400 km. Met een |Boppervlakte|N van 30.3 miljoen km² is Afrika na Azië het grootste kontinent. De kust van Afrika vertoont opvallend weinig gelede structuren. De kustlengte bedraagt slechts 30500 km (ter vergelijking: alleen al de kust van het fjordrijke Noorwegen is al 20000 km).
  63. |BLandschappelijk|N gezien bestaat Afrika voornamelijk uit hoogland dat in bijna iedere richting plateaugewijs naar de zee afloopt. Het Atlas-gebergte in het noorden is de enige langgerekte bergketen. Het oosten van Afrika wordt gekarakteriseerd door een diepe kloof die in Mozambique begint en naar het noorden loopt via het Nyasa-meer (Malawi), zich splitst en weer samenkomt in het Rudolf-meer, en via Ethiopië eindigt in de Rode Zee. Het ontstaan van deze kloof ging gepaard met een sterke vulkanische aktiviteit welke ook een aantal hoge bergen deed ontstaan, zoals de Kilimanjaro (5895 m) die het gehele jaar sneeuwdragend is. In Afrika vinden we de langste river ter wereld, de Nijl, en met de Sahara, die vrijwel het gehele noorden van Afrika omvat, ook de grootste woestijn.
  64. Doordat Afrika aan beide kanten van de evenaar ligt, is het |Bklimaat|N er voornamelijk tropisch, dus het gehele jaar door warm en vochtig. Vanaf de evenaar liggen zowel naar het noorden als naar het zuiden de volgende vegetatie-zones: tropisch regenwoud, natte savanne, droge savanne, woestijn en tenslotte groenblijvend loofhout aan de Middellandse-Zee kusten en het gebied rond Kaapstad. Een aantal diersoorten komen alleen in Afrika in de natuur voor, zoals de gorilla, chimpansee, giraffe, zebra en het nijlpaard.
  65. De |Bbevolking|N van Afrika (670 miljoen) behoort voor meer dan 80% tot het negride ras. In het noorden wonen mensen van het  kaukasische ras en in het noordoosten mengvormen van beide rassen. In "Zwart-Afrika" worden in hoofdzaak Soedan-talen en Bantoe-talen gesproken. In het noorden is Arabisch de belangrijkste taal, andere Hamito-Semitische talen vinden we in het noordoosten. In Zuid-Afrika zijn Engels en Afrikaans van belang. Veel Afrikaanse landen gebruiken de taal van de vroegere koloniale machten als officiële taal. In de noordelijke helft van Afrika is de Islam de belangrijkste godsdienst, in de zuidelijke helft domineren natuurgodsdiensten en het christendom. De grootste stad van Afrika is Cairo met 6 miljoen inwoners. Afrika is het werelddeel met de grootste voedseltekorten en de kleinste gemiddelde levensduur.
  66. De industriële en dienstverlenende sectoren zijn alleen in Zuid-Afrika en een aantal Arabische (olie-exporterende) landen ontwikkeld. De |Beconomie|N van de rest van Afrika is gebaseerd op landbouw en veeteelt en op de exploitatie van bodemschatten. Het westen van Afrika levert de helft van de wereld cacao produktie. Andere belangrijke gewassen zijn olie- en dadelpalmen en sisal. De belangrijkste bodemschatten bestaan uit diamand ('s werelds grootste producent: Zaïre, 28% van de wereldproduktie), goud (Zuid-Afrika [RSA]: 50%), platina (RSA: 40%), chroom (RSA: 29%), mangaan (RSA: 20%), kobalt (Zaïre: 53%), koper, tin en bauxiet (Guinea: 16%) en uranium (RSA: 27%).
  67. |IDe nu volgende samenvatting van de |Bgeschiedenis|N|I is duidelijk geschreven met een Europese blik op het continent. Ze bevat weinig informatie over de prekoloniale geschiedenis, ook omdat er over deze tijden weinig kennis aanwezig is.|N
  68. Afrika wordt beschouwd als de "wieg van de mensheid". Hier evolueerden de Autralopithicenen en de homo erectus, de voorouders van de homo sapiens, en hier werden de oudste door de mens gemaakte werktuigen gevonden. De ons bekende geschiedenis van Afrika begint in het noordoosten met het rijk van de Egyptische Pharao's, dat zelfs nadat het zijn onafhankelijkheid verloor zijn politieke en economische betekenis behield. In het westen van Noord-Afrika werd de Phoenicische metropool Carthago een belangrijke zeevarende handelsmogendheid, totdat zij in 202 v. Chr. door de Romeinen werd verslagen. In zijn hoogtij-dagen omvatte het Romeinse Rijk in Afrika alle kustlanden van de Middellandse Zee. Vanaf 642 v. Chr. werden, om te beginnen Egypte, het noorden en oosten van Afrika veroverd door de islamitische Arabieren. Hun kalifaat rijkte van tijd tot tijd van de Atlantische Oceaan tot aan Mesopotamië (Irak).
  69. In de 15de eeuw vestigden de Portugezen langs de Afrikaanse kust handelsnederzettingen, spoedig gevolgd door de Nederlanders, Engelsen, Fransen en Denen. Deze landen beheersten de lucratieve handel in zwarte slaven van Afrika naar de Amerikaanse plantages. De verkenning van de binnenlanden van Afrika begon pas in 1788, toen de "African Society" werd opgericht in Londen. Tot 1830 werd de loop van de Niger en na 1840 de bovenloop van de Nijl en het gebied van de grote meren in kaart gebracht. Het zuiden van het continent werd onderzocht door o.a. de Engelsman Livingstone. Rond 1885 was het Afrikaanse continent grotendeels bekend bij de Europeanen.
  70. In die tijd was Afrika bijna geheel opgedeeld tussen de Europese machten, alleen Abbesinië (Ethiopië) en Liberia behielden hun onafhankelijkheid. Bijna geheel Noordwest-Afrika en grote delen van West-Afrika waren Frans, het noorden van Algerije werd zelfs een deel van het moederland en veel Fransen vestigden zich hier. Egypte, Soedan, Nigeria, Kenia, Zambia, Zuid-Afrika en nog een aantal gebieden waren Brits; Togo, Kameroen, Tanzania en Namibië Duits; Angola en Mozambique Portugees; Zaïre Belgisch; Lybië Italiaans en West-Sahara (Rio de Oro) Spaans. De grenzen van de koloniën werden getrokken zonder te letten op de culturele en polotieke werkelijkheid: sommige stammen en naties werden door de nieuwe grenzen verdeeld, terwijl andere volkeren werden verenigd met hun erfvijanden.
  71. Na de eerste wereldoorlog verloor Duitsland al zijn koloniale bezittingen aan andere Europese machten, zodat de Britse bezittingen nu ononderbroken van Cairo tot aan Kaapstad liepen (tot 1922, toen Egypte onafhankelijk werd). Italië annexeerde Abbesinië in 1936. Tijdens de tweede wereldoorlog waren Oost- en Noord-Afrika oorlogsgebied.
  72. Na de tweede wereldoorlog begonnen Groot-Brittannië en Frankrijk politieke hervormingen door te voeren, en tegelijkertijd ontstonden sterke nationalistische stromingen. Beide feiten leiden tot de dekolonisatie van Afrika, vooral in de jaren 1956-60 verkregen veel koloniën hun onafhankelijkheid. Dit verliep niet overal vreedzaam, zo verkreeg Algerije zijn onafhankelijkheid pas na een bloedige oorlog, waarbij de meeste Fransen het land verlieten.
  73. De willekeur van de getrokken grenzen heeft sindsdien tot zeer negatieve gevolgen geleid. In veel landen werd de macht overgenomen door een enkele ethnische groepering, meestal die groep die rond de hoofdstad leeft, en die daardoor in de koloniale tijd de beste opleiding heeft genoten. Andere bevolkingsgroepen komen hiertegen in verzet, wat soms leidt tot afscheidings- en burgeroorlogen. Momenteel heerst in ongeveer 15 Afrikaanse staten oorlog, ook al horen we hier in Europa op het ogenblik eigenlijk alleen over Somalië en Ruanda.
  74. Om deze ontwikkelingen tegen te gaan werd in 1963 de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAE) opgericht. Vrijwel alle Afrikaanse landen zijn hier op het ogenblik lid van.
  75. @
  76.  
  77. D
  78. Azië
  79.  
  80. De Assyriërs noemden het land van de zonsopgang "Aszu" en het land van de zonsondergang "Erep". De Phoeniciërs namen deze woorden over als "Azië" en "Europa".
  81. De ||Bgrens|N tussen Azië en Europa wordt gewoonlijk als volgt getrokken: Oeral (bergen) - Oeral (rivier) - Kaspische Zee - noordelijke Kaukasus - Zwarte Zee - Bosporus - Zee van Marmara - Dardanellen - Middellandse Zee. Azië is gescheiden van Afrika door het Suez-kanaal en de Rode Zee, en van Amerika door de Beringstraat en de Grote Oceaan. Indonesië wordt, op Nieuw-Guinea na, ook tot Azië gerekend.
  82. De kaart van Azië geeft een niet helemaal juist beeld van de |Bomvang|N het continent, aangezien Noord-Azië en Indonesië vrijwel geheel missen (dit om de schaal redelijk te houden). In feite omvat dit reusachtige continent 44 miljoen km², bijna een derde van de totale landoppervlakte van de aarde. Van noord (Kaap Tsjeljoeskin, 74° NB) naar zuid (Singapore, 1° NB) meet het continent 8500 km, van west (Kaap Baba, Turkije) naar oost (Kaap Dezjnew, Siberië) meer dan 11000 km, meer dan 11 tijdzones!
  83. Na Europa is Azië het sterkst gelede continent: eilanden en schiereilanden beslaan een kwart van de totale oppervlakte. De Europese |Blandschappen|N lopen door in Azië: West-Siberië is een groot laagland dat in Midden- en Oost-Siberië overgaat in een berglandschap. De Europese gebergteketens lopen door in Klein-Azië (Turkije), Iran en Afghanistan. De grootste  hoogten worden bereikt in de Himalaya, waar 14 pieken meer dan 8000 m. hoog zijn (Mt. Everest, 8848 m.). Daar waar gebergteketens zich splitsen, sluiten ze vaak hooglanden in, het grootste hiervan is Tibet. Met een gemiddelde hoogte van 925 m boven zeeniveau is Azië het hoogste continent. Ten zuiden van de grote gebergteketens bevinden zich de drie grote schiereilanden van Arabië, India en Achter-Indië.
  84. In de Grote Oceaan, oostelijk van het Aziatische vasteland, bevinden zich een aantal eilandbogen met in hun nabijheid de diepste oceaantroggen ter wereld. Het diepste punt op aarde werd gemeten in de Marianentrog (Filippijnen) met een waarde van 11020 m. beneden NAP. Vulkanisme en aardbevingen zijn in dit gedeelte van de wereld gewone verschijnselen. Behalve dat we in Azië de enige bergen hoger dan 8000 m. vinden, vinden we hier ook een aantal van de langste rivieren, zoals de Ob, de Jeniseh en de Lena, die alle drie in de Noordelijke IJszee uitmonden. Centraal-Azië watert niet af naar zee, maar naar zoutmeren zoals het Aral Meer en de Kaspische Zee (die groter is dan Duitsland). Ook vinden we hier het Baikal Meer, het diepste meer en het meer dat het meeste water bevat.
  85. Ook de veschillen in het |Bklimaat|N zijn in Azië groot: in het noorden heerst een poolklimaat, in Centraal-Azië een extreem landkilimaat met zeer hete zomers en zeer strenge winters. In Siberië ligt ook de "koudepool" van de aarde; hier kan de temperatuur in de winter afnemen tot -60°C! China, India en Achter-Indië liggen binnen de invloedssfeer van de moesson-winden, die in de zomer zorgen voor de zwaarste regenval ter wereld. Indonesië heeft een tropisch klimaat, het Arabisch schiereiland een subtropisch woestijnklimaat.
  86. De |Bflora en fauna|N van Azië is de meest diverse van de wereld. Langs de IJszee-kust strekt zich een tot 1000 km brede toendra (polaire steppe) uit, waar alleen een aantal polaire dieren leven. Meer naar het zuiden vinden we de gordel van het Siberisch naaldwoud (taiga), waar we behalve pelsdieren ook veel diersoorten vinden die in Europa van nature voorkomen. West- en Centraal-Azië bestaat uit steppen en woestijnen, hier leven dieren als antilopen en kamelen. In Tibet en de Himalaya leven yaks. Japan en Korea zijn grotendeels bebost. In Zuid- en Oost-Azië vinden we bossen, steppen en bouwland. In Zuidoost-Azië bevinden zich tropische regenwouden. In de laatst genoemde gebieden vinden we mensapen, neushoorns, olifanten, tijgers en talrijke soorten slangen, insekten en vogels.
  87. Behalve dat Azië het grootste werelddeel is, met de hoogste bergen, het grootste en het diepste meer en houder is van het kouderecord, is het ook het continent met de meeste mensen. Meer dan drie miljard mensen, dus meer dan de helft van de |Bwereldbevolking|N, woont in Azië. De laaglanden van India, Bangla Desh, Oost-China, Japan en Java horen tot de dichtst bevolkte gebieden ter wereld, terwijl Noord- en Centraal-Azië vrijwel onbewoond zijn. De grootste steden zijn Tokyo-Yokohama (meer dan 20 miljoen inwoners), Shanghai (13 miljoen), Beijing (Peking, 11 miljoen) en Calcutta (11 miljoen).
  88. De |Bbevolking|N van Azië behoort voor het grootste gedeelte tot het mongoloïde en kaukasische ras, in Zuid-India leven vertegenwoordigers van het indomelanide ras. Er worden haast ontelbaar veel |Btalen|N gesproken: Russisch, Arabisch en een veelheid aan Indo-Europese-, Sino-Tibetaanse- en Oeral-Altaïsche talen. Alleen al in India worden 40 talen en 700 dialecten gesproken.
  89. Azië is de wieg van de tegenwoordig meest belangrijke godsdiensten. Het meest verbreid is het Boeddhisme, wat is te vinden in Mongolië, Achter-Indië, Japan en China waar het door de regering wordt onderdrukt. India is hindoeïstisch, Indonesië en het Midden-Oosten (op Israel na) islamitisch. Christelijke volkeren zijn de Armenen, Georgiërs, Russen en Filipinos.
  90. De |Beconomie|N van Azië is voor het belangrijkste gedeelte geconcentreerd in het Midden-Oosten en in de landen langs de Grote Oceaan. Na de Verenigde Staten is Japan de grootste economische macht op aarde. Andere belangrijke economische machten zijn Zuid-Korea, Taiwan, Hong Kong en Singapore, en ook andere landen in deze regio, zoals Maleisië, zijn sterk in opkomst. Het Midden-Oosten dankt zijn economische ontwikkeling vooral aan de olierijkdom van het gebied. Alleen Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Israel kennen een industrie van enige betekenis. Het Aziatische gedeelte van de voormalige Sovjet-Unie en de Volksrepubliek China zijn op dit gebied minder ontwikkeld door hun jarenlange communistische economische politiek. India en andere (niet genoemde) landen zijn ontwikkelingslanden.
  91. De landbouw wordt het meest intensief bedreven in de moesson gebieden in Zuid- en Oost-Azië. Traditioneel wordt hier veel rijst verbouwd, andere oogstgewassen zijn tarwe, gierst, suiker thee, pinda's, kokos- en oliepalmen en tabak. De bodemschatten en industrietakken zijn zeer gevarieerd, lees voor een beschrijving hiervan de beschrijvingen van de betreffende landen.
  92. De |Bgeschiedenis|N van Azië werd lang gedomineerd door het verschil tussen de hoogontwikkelde beschavingen van Mesopotamië (Irak), India en China enerzijds, en de in deze gebieden binnenvallende nomaden uit de binnenlanden van Azië anderzijds. |IEen tekst schrijven over de geschiedenis van Azië als geheel is echter vrijwel onmogelijk. Daarom volgt nu eerst een overzicht van de geschiedenis van het Midden-Oosten.|N
  93. Sinds het 7de millennium v. Chr. ontstonden in Voor-Azië culturen waar men graan ging verbouwen en vee ging houden. Als gevolg hiervan werd de bevolking plaatsgebonden, en zo ontstonden hier de eerste steden, zoals Jericho. Vanaf het 5de millennium v. Chr. werd beschilderd aardewerk gebruikt en begon men brons te bewerken. Rond 3600 vv. Chr. werd het pottenbakkerswiel uitgevonden, en niet lang daarna werden de eerste wagens gebouwd. De geografische en klimatologische omstandigheden in de rivierengebieden van Mesopotamië en Egypte stelden de plaatselijke bevolking voor problemen die men alleen gezamenlijk kon oplossen, zoals bijv. de noodzakelijke irrigatie van grote gebieden. Dit leidde tot de totstandkoming van sterk gecentraliseerde politieke eenheden. Rond 3000 v. Chr. ontstonden hier de twee centra van de vroeg-antieke beschaving: Egypte en Soemerië (Mesopotamië), welke werden geregeerd door "god-koningen". In Mesopotamië stichte Sargon I van Akkad het eerste wereldrijk uit de geschiedenis, waarbij hij Soemerië, Assyrië, het Elamitische rijk en delen van Klein-Azië (het huidige Turkije) onderwierp en zo een imperium bestuurde dat van de Perzische Golf tot aan de Middellandse Zee reikte. Het rijk ging tenonder door de inval van de Guteeën in 2150 v. Chr.
  94. Rond 1200 v. Chr. voltrokken zich in Voor-Azië belangrijke veranderingen: De oude staten uit de Brons-tijd werden onderworpen door nieuwe volkeren die hun kracht putten uit het bezit van ijzer, paarden en strijdwagens. In het Midden-Oosten volgden de heerschappij van de Assyriërs, Babyloniërs, Hethieten en Egyptenaren elkaar op, tot het gebied aan het einde van de 6de eeuw v. Chr. werd geannexeerd door Perzië. Rond 330 v. Chr. veroverde Alexander de Grote vanuit Griekenland Klein-Azië, Egypte, Syrië, Mesopotamië en Perzië tot aan de Indus. Maar dit rijk viel na zijn dood weer snel uit elkaar. Rond het begin van de jaartelling werd het grootste deel van het Midden-Oosten geregeerd door de Seleuciden, hoorden de landen rond de Middellandse Zee bij het Romeinse Rijk en vormden Mesopotamië en Perzië het Parthische Rijk.
  95. Over de geschiedenis van het Arabisch schiereiland is tot aan de 7de eeuw weinig bekend, maar dan wordt het ineens het centrum van de zich snel verspreidende Islam. Mohammed vestigt zich in Mekka in 622, en bij zijn dood in 632 waren al grote delen van Arabië veroverd. Zijn opvolgers noemden zichzelf "kaliefen". Tot aan de dood van Ali was Medina de hoofdstad van het kalifaat, later werden dit Damascus en Bagdad. Het kalifaat van der Omajjaden (661-749) reikte van Marokko en Spanje tot in Perzië. Hierna viel het kalifaat uiteen en werd uiteindelijk vernietigd door invallende Mogoolse nomaden in 1258. Het Ottomaanse rijk werd gesticht in Klein-Azië in 1301. Dit rijk veroverde Constantinopel (Istanboel) in 1453, wat de ondergang werd het Byzantijnse Rijk (de opvolger van het Oostromeinse Rijk). Het Ottomaanse Rijk heerste in over de Arabische kusten, Egypte, Mesopotamië en Zuidoost-Europa tot in de 18de eeuw. Tot twee maal toe belegerden ze Wenen. Maar ook het Ottomaanse Rijk bleef niet vrij van verval; in 1882 werd Egypte door Engeland bezet, en later volgden gedeelten van Arabië. Het Ottomaanse Rijk was één van deverliezers van de eerste wereldoorlog en het Rijk werd door de Europese grootmachten opgedeeld. Turkije, het eigenlijke kernland, behield zijn onafhankelijkheid. Syrië en Libanon werden Frans, Saoedi-Arabië onafhankelijk en de rest (Irak, Palestina, enz.) Brits. Officieel waren deze gebieden geen koloniën maar zogenaamde "mandaten". Theoretisch mochten deze gebieden door de koloniale machten eigenlijk niet economisch worden gebruikt, men werd geacht de gebieden voor te bereiden op onafhankelijkheid. Dit werd, vooral na de tweede wereldoorlog, enigszins doorkruist door de vondst van grote olierijkdommen in voorheen als arme woestijngebieden aangemerkte gebieden. Zo behield Groot-Brittanië een paar gebieden tot in de jaren 70 van deze eeuw. De recente geschiedenis van het Miden-Oosten wordt gedomineerd door de tegenstelling tussen de in 1948 gestichte staat Israel en zijn Arabische buren. Dit heeft tot een aantal oorlogen geleid met steeds een voor Israel gunstige uitkomst.
  96. Iran (Perzië) heeft zijn eigen speciale geschiedenis. Na de heerschappij de kaliefen vormde zich hier het rijk der Seldjoeken, dat zich tot in Kazachstan uitstrekte. In 1502 verleende een sjeik zichzelf de titel van "Sjah" en werd shiitische Islam de staatsgodsdienst. In de 18de eeuw werd Iran een aantal jaren bezet door Afghanistan, in 1906 kreeg het land een grondwet en een parlement. In 1979 werd in Iran de Islamitische Republiek uitgeroepen.
  97. |INog een korte blik op de geschiedenis van andere delen van Azië:|N
  98. De oude Chinese beschaving, die zich ontwikkelde in het tweede millennium v. Chr. domineerde geheel Oost-Azië. In die tijd, tijdens de Shang-dynastie, werden bronzen voorwerpen gemaakt en een schrift ontwikkeld. Rond 1000 v. Chr. heerste de Zhou dynastie. Deze tijd staat ook bekend als de "Gouden Eeuw", er werden honderden filosofische scholen gegrondvest, zoals bijv. die van Confucius. Onderlinge twisten tussen de verschillende heersers leidden tot een verenigd rijk Ts-in, dat werd geregeerd door de eerste keizer die zijn macht dankte aan een groot leger. In 206 v. Chr. werd de Han dynastie gesticht, en China begon zich uit te breiden in de richting van Vietnam, Korea en Turkestan. Hierdoor werden de Hunnen naar het westen gedreven, wat in Europa leidde tot de Hunneninvallen van de 5e eeuw.
  99. Het rijk viel weer uiteen tot het het 960 opnieuw werd verenigd. Sindsdien is China altijd een politieke eenheid gebleven. Onder Dzjenghis Khan vielen de Mongolen China binnen, bezetten Beijing (Peking) in 1215 en stootten door tot in 1280 heel China was bezet. Het Mongolenrijk verenigde voor de eerste keer West-, Centraal- en Oost-Azië. Met het verval van het rijk drong Rusland steeds verder naar het oosten op en werd zo een direkte buurstaat en rivaal van China.
  100. De eerste vondsten van een vroege beschaving in India dateren van het derde millennium v. Chr. Het schrift was in deze tijd reeds bekend. Rond 1500 v. Chr. werd India onder de voet gelopen door Arische volksstammen die het kastensysteem invoerden om te voorkomen dat men zich zou vermengen met de aanwezige bevolking. Onder Ashuka (273-232 v. Chr.) werd India voor het eerst vrijwel in zijn geheel verenigd. In deze tijd verbreidde het boeddhisme zich in India, tot het in de 4e eeuw door het hindoeïsme werd verdrongen. Later viel India weer in veel kleine staten uiteen.
  101. Al in de oudheid had de geograaf Ptolemeus gehoord over Sri Lanka en Maleisië, maar pas in de late middeleeuwen werden meer details over Azië bekend door bijv. de reizen van Marco Polo. Terwijl de Arabieren al sinds eeuwen handel dreven met Oost-Azië, kwamen de Europeanen hier pas in de 18de/19de eeuw via de zee-route. Door de superieure kwaliteit van hun wapens waren de Engelsen in staat om Voor-Indië en Birma te koloniseren, de Nederlanders Indonesië en de Fransen delen van Achter-Indië. China en Japan werden met wapengekletter gedwongen hun havens en economieën voor het westen te openen. Het lukte Japan zich aan te passen aan de westerse technologie, en het land werd een grote rivaal voor de gevestigde Aziatische grootmachten. Tijdens de tweede wereldoorlog bezette Japan Oost-China, Achter-Indië en Indonesië. Japan werd uiteindelijk in 1945 echter, mede dankzij twee atoombommen, door de Verenigde Staten to capitulatie gedwongen.
  102. Het communisme vestigde zich op het Chinese vasteland in de jaren 1945-9, terwijl Taiwan (Nationalistisch China) zich onafhankelijk verklaarde. In deze tijd verleenden Groot-Brittanië en Nederland hun koloniën onafhankelijkheid. In Frans Indo-China begon in 1954 een onafhankelijkheidsoorlog. Vietnam was verdeeld in een communistisch noorden en een zuidelijk deel dat werd gesteund door de V.S. Nadat de V.S. ook al hadden geïntervenieerd in de Koreaanse oorlog, werden ook hier massaal Amerikaanse troepen ingezet. Het werd de eerste oorlog die de V.S. in hun geschiedenis verloren.
  103. |IDoor plaatsgebrek wordt de geschiedenis van delen van Azië hier slechts zeer summier of zelfs helemaal niet behandeld. In de beschrijving van de betreffende landen kan meer informatie staan.|N
  104. @
  105.  
  106. E
  107. Australië en Oceanië
  108.  
  109. Australië dankt zijn naam aan het feit dat het continent zich geheel op het zuidelijk halfrond bevindt: "australis" is Latijn voor "zuid". 
  110. De kaart geeft een niet geheel juiste weergave van de |Bbegrenzing|N van het werelddeel, omdat slechts een klein deel van Indonesië ertoe behoort en een veel groter deel van de Grote Oceaan dan is te zien. Tot het Australische continent worden ook de eilanden ten noorden en oosten van Australië gerekend, zoals Nieuw-Guinea, Nieuw-Zeeland, Melanesië, Micronesië en Polynesië.
  111. Met een oppervlakte van 7,7 miljoen km² is |BAustralië|N het kleinste continent. Tevens is het het meest geïsoleerde: het grenst alleen direct aan Azië, het is door 13000 km water gescheiden van Zuid-Amerika en door 9000 km water van Afrika. Van west naar oost meet het continent 3800 km en van noord naar zuid 3300 km. Ongeveer drie kwart van het werelddeel bestaat uit een groot tafellandschap, met voornamelijk woestijnen en steppen. In het noorden is enig tropisch regenwoud te vinden. In het oosten van het werelddeel en op het eiland Tasmanië ligt een bergrug, met Mt. Kosciusko (2228 m) als hoogste top. Landbouw is alleen mogelijk in het Oost- en Zuidoost-Australië. De meeste rivieren bereiken nooit de zee, maar verdampen in de droge binnenlanden. Het klimaat is heet met weinig neerslag. De flora en fauna zijn uniek: de eucalyptus-boom komt hier vandaan, en alleen hier komen buideldieren zoals de kangaroe van nature voor.
  112. De belangrijkste bodemschatten bestaan uit kolen, goud, ijzer, lood, zink en nikkel. Industrieën van betekenis zijn er niet. Uitgebreidere informatie over bevolking, economie en geschiedenis is te vinden in de beschrijving van het land Australië.
  113. Geologisch gezien maakt |BNieuw-Guinea|N deel uit van Australië, daar het op hetzelfde continentale plat ligt. Op Groenland na is het het grootste eiland ter wereld, en het heeft een zeer eigenaardige vorm. Op het eiland lopen een aantal bergketens parallel aan elkaar, waarvan sommige een hoogte van 5000 m bereiken. In het zuiden is door de rivieren een weids alluviaal landschap ontstaan, waarin vooral in het westen veel moerassen voorkomen.
  114. |BNieuw-Zeeland|N bestaat uit jonge plooigebergten die een hoogte bereiken van 3764 m met Mt. Cook. De talrijke fjorden en U-vormige dalen zijn getuigen van de vroegere vergletsjering.
  115. De bergen van Nieuw-Zeeland lopen door in de eilandenbogen van |BMelanesië|N met Nieuw-Caledonië (grote nikkelvoorraden) en de Solomon eilanden.
  116. De eilanden van Micronesië en Polynesië bestaan uit vulkanische eilanden en koraaleilanden. De Marianen, Carolinen (meer dan 900 eilanden) en de Marshall-eilanden (met Bikini, dat naam gemaakt heeft met de daar door de V.S. uitgevoerde nucleaire tests) behoren tot |BMicronesië|N, |BPolynesië|N ligt ten oosten hiervan en omvat bijv. Fiji, Tonga en Samoa. Hawaii en de Galapagos eilanden worden niet tot één van deze drie groepen gerekend.
  117. De grote onderlinge afstand tussen al deze eilanden maakt het erg moeilijk om een gemeenschappelijke beschrijving van de eilanden te geven. Daarom volgt slechts een korte beschrijving van de |Bgeschiedenis|N.Terwijl Australië al 40000 jaar geleden door de Aborigines werd bevolkt, gaan wetenschappers ervan uit dat de mens zich niet voor 1000 v. Chr. in Polynesië vestigde, en op Nieuw-Zeeland, waar zich de Maori-cultuur ontwikkelde, zelfs pas in 950. Magelhaes was de eerste Europeaan die over de Grote Oceaan voer, maar tot de reizen van Cook in de 18de eeuw wisten de Europeanen weinig van dit gebied. De kolonisatie begon in 1828 met de Nederlandse claim op het westelijk deel van Nieuw-Guinea. In de 19de eeuw waren Europese machtsstructuren voorbeeld voor de daar aanwezige "landen". Zo werden de lokale hoofdman-structuren vervangen door koninkrijken. Bij de conferentie van Washington werd het gebied verdeeld tussen Frankrijk, Groot-Brittannië, Japan en de Verenigde Staten. Tijdens de tweede wereldoorlog werden veel van de eilanden door Japan bezet. De Franse koloniën werden in 1946 als overzeese gebiedsdelen opgenomen in de Franse Republiek, de meeste andere gebieden zijn tegenwoordig onafhankelijk.
  118. @
  119.  
  120. F
  121. Noord- en Midden-Amerika
  122.  
  123. De eerste berichten over het nieuw ontdekte werelddeel bereikte het grote publiek via Florenzer Amerigo Vespucci. De "Nieuwe Wereld" is vernoemd naar zijn voornaam.
  124. Amerika bestaat uit twee duidelijk van elkaar gescheiden delen. Het Noordamerikaanse continent, waartoe men ook Midden-Amerika en de Caribische eilanden rekent, heeft een duidelijke |Bbegrenzing|N. Van Zuid-Amerika wordt het gescheiden door de slechts 48 km brede landengte van Panama, van Azië door de 75 km brede Beringstraat. Noord-Amerika meet 8700 km van noord naar zuid en bijna 6000 km van west naar oost. De oppervlakte bedraagt 24,2 mijoen km², zodat het in grootte het derde continent is, na Azië en Afrika. Noord-Amerika vertoont een sterk gelede structuur: bijna een kwart van de oppervlakte bestaat uit schiereilanden en eilanden, waaronder Groenland, het grootste eiland ter wereld.
  125. |BLandschappen|N: In het westen van Noord-Amerika liggen de Rocky Mountains (het Rotsgebergte), die een maximale breedte van 1700 km bereiken en vaak meer dan 4000 m hoog zijn. Het hoogste punt is Mt. McKinley (6193 m) in Alaska. Ten oosten van de Rocky Mountains ligt het Canadese laagland met zijn vele meren en het vlakke tafellandschap van de Amerikaanse prairies dat omlaag loopt naar de in lengte derde rivier van de wereld, de Mississippi-Missouri. In het oosten ligt het middelgebergte van de Appalachen, waarachter opnieuw een laagland ligt dat zich uitstrekt tot aan de kust. De Rocky Mountains zetten zich voort in Midden-Amerika, de enige laaglanden die hier te vinden zijn zijn hetYucatan schiereiland en enkele stroken aan de Pacifische kust. De Caribische eilanden worden onderverdeeld in drie groepen: de grote Antillen (Cuba, Hispaniola, Jamaica, Puerto Rico), de kleine Antillen en de Bahama's. De kust van het Noordamerikaanse continent is in het noordoosten vooral vlak en rotsachtig, in het zuidoosten vooral alluviaal en in het westen meest bergachtig met veel eilanden en fjorden in het noorden.
  126. Het is opvallend dat alle bergketens in Noord-Amerika noord-zuid lopen, niet één enkele keten loopt oost-west. Dit is van groot belang voor het |Bklimaat|N. In de zomer kunnen hittegolven het noorden van Canada bereiken, terwijl in de winter polaire lucht tot in Mexico kan komen. De gemiddelde temperatuur in januari in Chicago is -8°C, hoewel de stad zuidelijker ligt dan Rome. Gemiddeld genomen is klimaat gematigd. Groenland, de Canadese eilanden en Alaska hebben een poolklimaat, de Canadese westkust heeft een nat en koel zeeklimaat, wat naar het zuiden toe in Californië verandert in een droog en warm zeeklimaat. Het centrale en oostelijke gedeelte van Noord-Amerika heeft een droog landklimaat met hete zomers, het oosten van het continent is vochtig. Het klimaat in Midden-Amerika is tropisch en wordt onderverdeeld in drie typen: het hete gebied (tierra caliente, tot 600 m), het gematigde gebied (tierra templada, 600 - 1800 m) en het koude gebied (tierra fria, > 1800 m).
  127. In Nicaragua ligt de scheiding tussen de tropische regenwouden van Zuid-Amerika en de subtropische |Bbegroeiing|N van Midden-Amerika, waartoe eiken, pijnbomen en kaktussen behoren. Enkele voorbeelden van diersoorten uit Midden-Amerika zijn de luiaard, de tapir, het gordeldier en de miereneter. De V.S. werden oorspronkelijk grotendeels bedekt met grote grassteppen (prairies) die tegenwoordig voor het grootste deel als akkerland dienen. Hier leefden bisons, antilopen, poema's en slangen. De bergen en het grootste deel van Canada zijn bedekt met bossen. Het uiterste noorden bestaat uit toendra, en Groenland is bedekt met een grote geltsjer.
  128. Noord- en Midden-Amerika hebben ongeveer 420 miljoen |Binwoners|N, waarvan meer dan de helft in de Verenigde Staten woont. De bevolking in het Engels sprekende deel van Amerika bestaat voornamelijk uit afstammelingen van Europese immigranten, alleen in de dunbevolkte gebieden van Noord-Canada en Alaska vormt de bevolking van Eskimo's en Indianen nog een meerderheid. De meeste inwoners van Midden-Amerika zijn mestiezen (Kaukasisch-Indiaanse afkomst). Zwarten komen vooral voor in het Caribische gebied en in de V.S., waar ze 12% van de bevolking uitmaken. De meeste mensen in Canada en de V.S. spreken Engels en zijn protestant, terwijl Midden-Amerika grotendeels Spaans-talig en katholiek is. In Quebec (Oost-Canada) en Haïti wordt Frans gesproken. De grootste steden van het continent zijn Mexico-Stad (agglomeratie 19,5 miljoen) en New-York (aggl. 18 miljoen).
  129. De |Beconomie|N van Noord-Amerika concentreert zich vooral in Canada en in de Verenigde Staten, de grootste economische macht van de wereld. Grote delen van het continent zijn in gebruik door de agrarische sector (mais, tarwe, gierst, soja, katoen en tabak), aan bodemschatten worden uranium (Canada is de grootste producent ter wereld), steenkool (20% van wereldproduktie komt uit de Appalachen), olie, gas, zilver (16% van de wereldproduktie komt uit Mexico), koper, ijzer en nikkel. De belangrijkste exportartikelen zijn machinerieën, auto's en chemische produkten.
  130. |BGeschiedenis|N: Rond 40000 v. Chr. vestigden zich de eerste bewoners in Amerika, toen de Indianen via een landbrug van Siberië naar Alaska emigreerden. Terwijl de bevolking in het noorden in de steentijd bleef hangen, onstonden in Midden-Amerika hoogontwikkelde beschavingen. Vreemd genoeg werden hier echter noch het wiel, noch de ploeg uitgevonden.
  131. Misschien de meest geheimzinnige van deze culturen waren de Maya's, die een gecompliceerde kalender ontwikkelden die van groot belang was in het dagelijkse leven. Tevens kenden zij een beeldschrift en een numeriek stelsel met als grondtal 20. Dit stelsel kende ook het getal 0. Vanaf ongeveer 600 v. Chr. leefden de Maya's voornamelijk in de regenwouden van Yucatan, waar ze grote tempelcomplexen bouwden, zoals in Tikal en Palenque. Rond 900 werden deze complexen om onbekende redenen verlaten, en de Maya cultuur ging ten onder. De Maya taal en de culturele samenhang is echter tot op de dag van vandaag behouden gebleven.
  132. De grootste macht van Midden-Amerika ten tijde van de conquistadores werd gevormd dor de Azteken. Dit volk vestigde zich in Mexico rond het jaar 1100, waar ze zich omringd vonden door volkeren met een oudere en hogere beschaving (o.a. de Tolteken) wier beschaving ze spoedig overnamen. De macht werd gedeeld door een hoofdman ten tijde vrede, die tevens de opperpriester was, en een hoofdman ten tijde van oorlog. Via diplomatie en oorlogen werd hun macht snel vergroot. In 1370 werd hun (nieuwe) hoofdstad Tenochtitlán (het huidige Mexico-City) gesticht, in de 15de eeuw bouwden ze geweldige tempelpyramiden, paleizen en aquaducten. Een werkelijk imperium bouwden de Azteken voor de tijd van Montezuma I (1440-1469) niet op, maar vanaf deze tijd tot aan de Spaanse veroveringen beheersten zij een gebied met de omvang van Duitsland.
  133. Al rond het jaar 1000 reiden de Vikingen naar Groenland en Newfoundland, maar als "ontdekker" van Amerika geldt Columbus, die in 1492 landde op de kust van de Bahama's. Columbus werd gesponsord door Spanje, en zodoende was Spanje het eerste Europese land dat gedeelten van Amerika bezette. Rond 1510 landden ze op de landengte van Panama, en in 1513 was Balboa de eerste Europeaan die de Grote Oceaan zag. Het land van de Azteken werd in jaren 1519-21 door Cortez bezet, wat enkel mogelijk was doordat de Azteken de Spanjaarden uitnodigden in hoofdstad, waar Cortez Montezuma II gevangen nam. Geheel Midden-Amerika ging nu op in het vice-koninkrijk Nieuw-Spanje dat tot in Florida en Californië reikte. De bevolking van de Caribische eilanden werd binnen enkele decennia uitgeroeid. De soevereiniteit over veel van deze eilanden wisselde vaak meermalen tussen Spanje, Frankrijk, Engeland, Nederland en Denemarken.
  134. De Engelsen vestigden zich voor eerst permanent in Amerika in 1606 in Verginia, de Nederlanders stichtten Nieuw-Amsterdam (New York) in 1614, de Zweden vertigden zich in Delaware. Deze laatste twee koloniën kwamen echter spoedig in Engelse handen, alleen de Fransen wisten hun bezittingen rond de St. Lawrence te behouden tot aan de zevenjarige oorlog (1755-62) toen ze Frans Canada aan de Britse kroon verloren. Door hoge belastingen en het feit dat ze geen afvaardiging in het Britse parlement hadden, verklaarden 13 koloniën zich in 1776 onafhankelijk, wat tot de Amerkaanse onafhankelijkheidsoorlog leidde. Engeland erkende de onafhankelijkheid in 1783 en de Verenigde Staten van Amerika expandeerden in snel tempo westwaarts. |IZie voor een verdere beschrijving van de geschiedenis van de V.S. bij de landenbeschrijving.|N
  135. Sinds 1810 braken in Mexico regelmatig Indianenopstanden uit, in 1822 liet een Spaanse generaal zichzelf tot keizer kronen, en in 1824 werd de republiek uitgeroepen. In 1821 verklaarde Guatemala, dat toendertijd tot aan Panama reikte, zich onafhankelijk. Alleen Cuba en Puerto Rico bleven zodoende in Spaanse handen, tot ook deze bezittingen in 1898 onder druk van de V.S. hun onafhankelijkheid verkregen. Ook op Hispaniola en in Nicaragua intervenieerden de V.S. militair, wat ze in Latijns Amerika een slechte reputatie bezorgde. Na de eerste wereldoorlog werden de Verenigde Staten de leidende politieke en economische macht in de wereld. In 1931 verkreeg Canada volledige onafhankelijkheid.
  136. Tijdens de tweede wereldoorlog stonden vrijwel alle Amerikaanse landen aan de kant van de V.S. De tegenstellingen tussen de V.S. en de Sovjet-Unie drukten een groot stempel op de naoorlogse ontwikkeling van Amerika. Deze "koude oorlog" bereikte een hoogtepunt toen de Sovjet-Unie nuceaire raketten plaatste op het communistische Cuba. De angst voor een nuceaire oorlog leidde er gelukkig toe dat de raketten werden verwijderd. Ook in de laatste jaren hebben de V.S. militair ingegrepen in Amerikaanse landen, zoals in Grnada (1983), Panama (1989) en Haïti (1994).
  137. @
  138.  
  139. G
  140. Zuid-Amerika
  141.  
  142. De eerste berichten over het nieuw ontdekte werelddeel bereikte het grote publiek via Florenzer Amerigo Vespucci. De "Nieuwe Wereld" is vernoemd naar zijn voornaam.
  143. De |Bbegrenzing|N van Zuid-Amerika is duidelijk, er is slechts een kleine landbrug naar Midden-Amerika: de 45 km brede landengte van Panama. Op Antarctica na komt Zuid-Amerika het dichtst in de buurt van de zuidpool. Met een |Boppervlakte|N van 17,8 miljoen km² is Zuid-Amerika het vierde continent. Van noord naar zuid (Kaap Hoorn) meet het continent ongeveer 7500 km, van oost naar west ongeveer 5100 km.
  144. |BLandschappen|N: In het westen wordt Zuid-Amerika loopt van noord naar zuid het Andes-gebergte (ook wel de Cordilleras), met als hoogste berg de Aconcagua (7010 m). Aan de oostkant bevinden zich middelgebergten en grote tafellandschappen, zoals de bergen van Guyana, de Braziliaanse bergen en het tafellandschap van Patagonië. Hier tussen bevindt zich de omvangrijke laaglanden van de Amazone (die van alle rivieren het meeste water bevat), de Paaraguay-Paraná en de Orinoco, die alle uitmonden in de Atlantische Oceaan.
  145. Het |Bklimaat|N van Zuid-Amerika is voornamelijk tropisch heet, speciaal in het Amazone-gebied. In Patagonië en de hooglanden van de Andes heerst een gematigd klimaat. Het grootste deel van het continent heeft veel neerslag, alleen de westkust is erg droog: de Atacama woestijn heeft de minste neerslag ter wereld.
  146. In het Amazone-bekken bevindt zich het grootste regenwoud op aarde, dat wordt bedreigd door houtkap en afbranding. De |Bflora|N van de Braziliaanse bergen en de noordelijke llanos bestaan uit vochtige savannnen, in het zuiden bevinden zich grassteppen (de pampa's), droge bossen en een brede gordel gecultiveerd land. De |Bfauna|N is rijk aan speciale diersoorten, zoals de tapir, de lama, breedneusapen en talrijke soorten reuzenslangen.
  147. De |bevolking|N bestaat voor het grootste deel uit Indianen, die talrijke, sterk verschillende talen spreken. De politiek en economie wordt echter vooral beheerst door de afstammelingen van Europese immigranten (creolen) en mestiezen (mensen met zowel Europees als Indiaans bloed). Behalve in Brazilië, waar Portugees wordt gesproken,  is in alle Zuidamerikaanse landen Spaans de officiële taal. De enige belangrijke religieuze gemeenschap wordt gevormd door de rooms-katholieke kerk. De bevolking bedraagt bijna 300 miljoen, waarvan meer dan de helft in Brazilië woont. De bevolkingsdichtheid van het continent is verhoudingsgewijs klein, alleen de Columbiaanse hooglanden en de regio van een aantal kuststeden zoals São Paulo (ca. 10 miljoen inw.) zijn dichter bevolkt.
  148. De |Beconomie|N van Zuid-Amerika drijft vooral op de agrarische sector, hoewel de industrialisatie begint door te zetten. Brazilië is de grootste producent van koffie en sisal ter wereld, andere produkten uit Zuid-Amerika zijn cacao, suiker, soja en citrusvruchten. De veehouderij wordt steeds belangrijker. Het belangrijkste exportprodukt van veel Andes-landen zijn illegale drugs. De belangrijkste bodemschatten zijn zilver, koper, en tin. Brazilië is één van de grootste producenten van staal. Andere industrieprodukten zijn machinerieën, metaalprodukten en textiel.
  149. |BGeschiedenis:|N De bevolking van Zuid-Amerika begon voor 12000 v. Chr. De landbouw werd voor het eerst bedreven in Peru rond 4000 v. Chr. en sinds 3000 v. Chr. werd in Colombia aardewerk gebruikt. De eerste stenen gebouwen dateren uit het eerste millennium v. Chr., in deze tijd werden ook de eerste tempelpyramiden van leemklei (adobe) vervaardigd, die in latere tijden een grootte van 800 bij 400 meter met een hoogte van 35 meter bereikten (Huaca Juliana in de buurt van Lima). Het is verbazingwekkend dat noch het wiel, noch de ploeg bekend waren in pre-columbiaanse tijden, zelfs niet bij de Inca's.
  150. Oorspronkelijk waren de Inca's een stam van Quechua-Indianen uit de hoogvlakten van Peru. Later werden dezen de heersende klassende van het Inca-rijk dat werd gevormd in de 12de eeuw. De heersers werden aanbeden als zonnegoden en het imperium besloeg grote delen van Ecador, Peru, Bollivia en Noord-Chili. Gebaseerd op de verbouw van mais was was het Inca-rijk de meest imponerende politieke creatie van de Amerikaanse Indianen. Hun macht werd gehandhaafd via een netwerk van militaire wegen, waarvan er tot op de dag van vandaag nog een aantal bestaan. Het schrift was hun niet bekend, wel echter een soort "knopenschrift" waarbij in een stuk draad op een bepaalde manier knopen werden gelegd.
  151. Slechts enkele jaren na Columbus begonnen de Spanjaarden met de Conquista, de verovering van Zuid-Amerika. Met een klein leger veroverde Pizarro Peru, waar hij in 1535 Lima stichtte. Tot 1539 werden de kleine staten van de Chibcha in het hoogland van Bogotá veroverd, in de jaren daarop het zuidelijke deel van het continent. In 1543 stichtten de Spanjaarden het vice-koninkrijk Peru, dat alle Spaanse bezittingen omvatte. Een grote drijfveer voor deze veroveringen, die zich uitstrekte tot in Californië, Texas en Florida, was de hoop op het vinden van het roemruchte goudland El Dorado.
  152. De wereld werd door de paus in twee delen verdeeld, waarbij het ene deel werd toegewezen aan Spanje en het andere aan Portugal. Als gevolg hiervan werd een deel van Zuid-Amerika toegewezen aan Portugal. In 1500 werd Brazilië door Cabral in bezit genomen, waar op grote schaal plantages werden aangelegd. De Engelsen, Nederlanders en Fransen bezetten kleine gebieden in het noordoosten, in Guyana.
  153. De hogere klasse van de koloniale heerschappij werd gevormd door de gronbezittende edellieden, de grote maasa bestond uit inboorlingen, die de jure vrij waren nadat de slavernij van Indianen werd verboden. In de 16de eeuw begon de import van nergerslaven uit Afrika, die gtotendeels op de Braziliaanse plantages te werk werden gesteld.
  154. In de 18de eeuw werden Nieuw-Granada (Columbia, Ecuador, Venezuela), Rio de la Plata (Bolivia, Argentinië) en Chili afgescheiden van het vice-koninkrijk. Door het afzetten van de Spaanse koning door Napoleon raakten de koloniën zonder regering en was er de aanleiding voor eigen autoriteiten in te stellen. Er ontstond een strijd voor onafhankelijkheid die er uiteindelijk toe leidde, dat er talrijke onafhankelijke republieken ontstonden. Brazilië verklaarde zich in 1822 tot een onafhankelijk keizerrijk. Sinds 1830 kunnen in de grenzen van de Zuidamerikaanse landen de huidige staten worden herkend.
  155. Hoewel het continent talrijke revoluties en burgeroorlogen heeft gekend, heeft er sinds het einde van de 19de eeuw een snelle economische groei plaatsgevonden, die leidde tot een sterke immigratie uit Europa, speciaal uit Spanje en Italië. Deze ontwikkeling werd beëindigd door de economische depressie die in 1929 begon. De dalende prijzen voor ruwe grondstoffen raakten Zuid-Amerika hard en veroorzaakten werkloosheid en een tendens tot urbanisatie. Ook werden er talrijke dictaturen gevestigd. Tijdens de tweede wereldoorlog stonden vrijwel alle Zuidamerikaanse landen aan de kant van de Verenigde Staten. De Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) werd in 1948 in Bogotá opgericht. In de laatste decennia hebben in talrijke landen de militairen de macht gegrepen, de laatste jaren doet zich echter een tendens naar de terugkeer naar democratie voor.
  156. Het laatste Europese bezit in Zuid-Amerika is Frans-Guyana, waar de Ariane, de raket van de ESA (European Space Agency) wordt gelanceerd.
  157. @
  158.  
  159. H
  160. Antarctica
  161.  
  162. Antarctica bevindt zich in het zuidpool-gebied, tegenover de noord-, ofwel arctische pool. Hieraan heeft het continent zijn naam te danken (het Griekse voorvoegsel "anti" betekent tegenover). De grenzen van Antarctica zijn duidelijk, daar het van alle andere werelddelen wordt gescheiden door de zee.
  163. De oppervlakte van Antarctica bedraagt 14,1 miljoen km² (inclusief de ijskap). Het continent bevindt zich vrijwel geheel binnen de zuidelijke poolcirkel.
  164. |BLandschap|N: Alleen een aantal kusten en enkele rotsachtige hoogten zijn zichtbaar. De rest van het continent is begraven onder een ijskap, die een dikte tot 4 kilometer bereikt! In dit ijs is de grootste zoetwatervoorrad op aarde opgeslagen.
  165. Het |Bklimaat|N van Antarctica is bepaald onherbergzaam te noemen: de gemiddelde temperatuur in de droge binnenlanden is ongeveer -28°C, hoewel het daar in tegenstelling tot de stormachtige kust erg rustig weer is.
  166. Op het continent komen slechts weinig |Bplanten en dieren|N voor, waarvan de meest bekende de pinguïns zijn.
  167. De enige |Bbewoners|N van Antarctica zijn een paar duizend geleerden die verspreid zijn over 36 wetenschappelijke stations over het gehele continent. De grootste hiervan de basis McMurdo (V.S.) met een bezetting van tot 1800 mensen in de zomer.
  168. Hoewel Antarctica geen vaste bevolking heeft, kent het toch een |Bgeschiedenis|N. James Cook was de eerste die de zuidelijke poolcirkel passeerde in 1773. Palmer landde op het Graham-schiereiland in 1820. De race naar de zuidpool begon begon een paar decennia later: de Noor Amundsen bereikte de pool in december 1911, drie weken voor de Engelsman Scott. Verschillende landen claimen delen van Antarctica, een aantal van deze claims overlappen elkaar. In 1959 werd een verdrag over Antarctica gesloten in Wahington D.C. met als voornaamste doel de bescherming van de flora en fauna. Verder werden de gebieds-claims door het verdrag "bevroren" (een passende term). In 1991 spraken de deelnemende landen af de bodemschatten van het continent niet te winnen tot 2041. De walvisvangst rond Antarctica werd in 1994 verboden.
  169. @
  170.  
  171. I
  172.  
  173.  
  174. Midden-Amerika is geografisch gezien een deel van Noord-Amerika. Lees daarom de beschrijving van dit continent!
  175. @
  176.  
  177. J
  178.  
  179.  
  180. Het Midden-Oosten is een deel van Azië. Lees daarom de beschrijving van dit continent!
  181. @
  182.  
  183. #
  184.  
  185.  
  186.  
  187.